Zoals dat met iedere onderwijsvernieuwing gaat, is de digitalisering in essentie een proces dat je niet in je eentje kunt uitvoeren. Het gaat ook langzaam en soms moeizaam, dat is perfect normaal. Je hebt ondersteuning en medewerking nodig van bovenaf en van je collega’s die elke dag voor de klas staan.
De grote groep mensen die betrokken is bij die vernieuwing, zorgt ervoor dat dit een ingewikkelde puzzel is om te leggen. Maar gelukkig geen onmogelijke 🙂
Dit is het model van Knoster, dat we dankbaar gebruiken in kader van dit veranderingsproces.
Om deze digitalisering goed te laten verlopen, kunnen we lessen trekken uit de veranderkunde en zijn mens-centrale aanpak. Hoe tenenkrommend sommige mensen de termen ‘verandering’, ‘innovatie’ of ‘vernieuwing’ dan ook vinden, de theorieën binnen veranderkunde kunnen ons verder helpen bij het begrijpen van zo’n proces en de obstakels die daarbij komen bovendrijven.
Dit bovenstaand model beschrijft vijf bouwstenen die een veranderproces doen slagen: visie, belang, plan, middelen en competenties. Knoster stelt dat wanneer er één van deze bouwstenen niet genoeg is uitgewerkt, er een bepaalde emotie volgt. Zo ontstaat er bijvoorbeeld verwarring wanneer er nog geen duidelijke visie op papier staat, of frustratie wanneer de juiste randvoorwaarden of middelen ontbreken. Het is dus zaak om aan alle 5 van deze bouwstenen voldoende aandacht te schenken om te komen tot verandering.
Het draait bij een digitale transformatie dus niet zozeer om het herstructureren of -inrichten van een organisatie, maar vooral over een nieuwe manier van denken, je medewerkers centraal stellen en ruimte creëren voor samenwerking en gesprek. En vooral… je tijd nemen.