Geef duidelijke, gestructureerde en uitdagende instructie. Het klinkt zo vanzelfsprekend. Op zich gaat deze bouwsteen in op effectief lesgeven. Niet onbelangrijk voor een leerkracht 🤓. We halen de belangrijkste inzichten aan en vullen het aan met praktische voorbeelden en waar mogelijk ook recent onderzoek.
Het verdelen van lessen in duidelijke fasen en het geven van bondige samenvattingen aan het einde van elke fase. Lesdoelen moeten vooraf duidelijk zijn, en soms gedeeld met studenten. Dit helpt om de aandacht te richten en structuur te bieden.
Voorbeeld voor de klaspraktijk:
In een geschiedenisles kan de lesstructuur er als volgt uitzien:
Introductie: De leraar introduceert het onderwerp, zoals de industriële revolutie, en legt de leerdoelen van de les uit.
Verkenning: Leerlingen lezen teksten of bekijken bronnen over verschillende aspecten van de industriële revolutie.
Discussie: De klas bespreekt samen wat ze hebben geleerd, en de leraar helpt om verbanden te leggen tussen de verschillende aspecten.
Samenvatting: Aan het einde van de les vat de leraar de belangrijkste punten samen en controleert of de leerdoelen zijn bereikt.
Recent onderzoek benadrukt het belang van gestructureerde lessen voor het verbeteren van de leerervaring en het begrip van leerlingen. Het aanbieden van een duidelijke, logische volgorde van lesinhoud maakt het voor leerlingen makkelijker om verbanden te leggen en de stof te onthouden. Dit draagt bij aan de effectiviteit van het onderwijsproces.
De les moet uitdagend zijn, maar wel haalbaar. Een goed tempo houdt de aandacht vast en zorgt voor meer effectieve lestijd. Goede voorbereiding is essentieel om tijdverlies te voorkomen.
Voorbeeld voor de klaspraktijk:
Een goed voorbeeld van het balanceren tussen uitdaging en tempo in de klas is het toepassen van gedifferentieerd onderwijs. Dit houdt in dat lessen worden aangepast aan de uiteenlopende behoeften en capaciteiten van studenten, waarbij zowel uitdagende als toegankelijke onderdelen worden geïntegreerd.
Bijvoorbeeld, een wiskundeles kan beginnen met basisoefeningen voor alle studenten, waarna meer uitdagende problemen worden aangeboden aan degenen die de basisconcepten al beheersen.
Dit houdt de les voor iedereen boeiend en voorkomt dat snellere leerlingen zich vervelen of dat langzamere leerlingen zich overweldigd voelen.
Dit concept, ook bekend als beheersingsleren, benadrukt dat leerlingen eerst een basisniveau moeten beheersen voordat ze verder kunnen. Dit omvat het geven van voldoende tijd, regelmatige tests voor begrip, en extra ondersteuning waar nodig.
Voorbeeld voor de klaspraktijk:
In een les over breuken in de wiskunde worden de basisconcepten zoals het optellen van breuken met gelijke noemers eerst behandeld.
Pas als de leerlingen dit onder de knie hebben, worden ze geïntroduceerd aan complexere concepten zoals het optellen van breuken met verschillende noemers.
Regelmatige toetsen zorgen ervoor dat alle leerlingen de basisconcepten beheersen voordat ze verder gaan naar het volgende onderwerp.
Recent onderzoek suggereert dat leren in kleine stappen effectiever is, vooral bij complexe onderwerpen. Het opdelen van lesmateriaal in kleinere, beheersbare delen helpt studenten bij het opbouwen van een sterk fundament. Deze methode verhoogt het vertrouwen en begrip van studenten, wat leidt tot betere leerresultaten.
Het stellen van duidelijke doelen helpt leerlingen zich te concentreren op relevante informatie. Het is belangrijk om niet te veel focusdoelen te stellen, omdat dit tegenovergesteld kan werken.
In een les fysica over de evolutie van machines stelt de leraar als doel om de concepten van hefbomen en katrollen te begrijpen.
Dit specifieke doel helpt leerlingen zich te concentreren op de belangrijkste mechanische principes en stimuleert effectief leren.
John Hattie’s samenvatting van meer dan 800 meta-analyses toonde aan dat directe (doelgerichte) instructie een gemiddeld effect had dat significant groter was dan andere onderwijscurricula, zowel voor algemeen onderwijs als voor speciaal onderwijs en leerlingen met prestatieproblemen.
Het concept van het maximaliseren van instructietijd draait om het efficiënt gebruiken van de beschikbare lesuren om de leeruitkomsten te verbeteren. Dit gaat niet alleen over de kwantiteit van de tijd, maar vooral over de kwaliteit van hoe die tijd wordt besteed.
Denk aan deze kapstokken:
Snelle overgangen: Minimale tijd besteden aan overgangen tussen activiteiten om meer tijd te hebben voor daadwerkelijke instructie.
Heldere doelstellingen: Duidelijke leerdoelen stellen aan het begin van de les zodat leerlingen weten wat ze kunnen verwachten.
Actieve betrokkenheid: Leerlingen actief betrekken bij de lesstof, bijvoorbeeld door discussies, groepswerk, of hands-on activiteiten.
Efficiënte organisatie: De les organiseren op een manier die logisch en vloeiend is, waardoor de aandacht van leerlingen behouden blijft.
Toetsing en feedback: Regelmatig toetsen en onmiddellijke feedback geven, zodat leerlingen begrijpen wat ze goed doen en waar ze verbetering nodig hebben.
Deze benadering helpt om time on task, ofwel de tijd die leerlingen actief bezig zijn met leren, te maximaliseren. Het draagt bij aan een meer gestructureerde en doelgerichte leeromgeving, wat uiteindelijk de leerresultaten ten goede komt.
Een positief klaslokaal met een enthousiaste, zorgzame en authentieke leraar bevordert een goede leeromgeving. Dit is belangrijk voor zowel de motivatie als de aandacht van leerlingen.
Een warm leerklimaat kan worden gecreëerd door een open en ondersteunende omgeving te bieden waar leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen.
Dit kan bijvoorbeeld door het aanmoedigen van groepswerk, het vieren van de successen van leerlingen en het bieden van persoonlijke aandacht en ondersteuning waar nodig.
Onderzoek benadrukt het belang van een warm leerklimaat in het onderwijs voor het bevorderen van leren, motivatie, tevredenheid en prestaties van studenten. Dit klimaat wordt beïnvloed door een verscheidenheid aan intellectuele, emotionele, sociale en fysieke factoren. De rol van de leerkracht en (aandacht hebben voor) groepsvorming in een klas hebben een heel grote impact.
Als leerkracht is het essentieel af en toe eens grondig stil te staan bij de eigen lespraktijk. Door die reflectie te toetsen aan wat wetenschap ons leert kan je als leerkracht verder groeien. Hou het eenvoudig en check af en toe of je lesstructuur goed zit. Kijk na of er voldoende uitdaging en tempo in zit in je lessen, bekijk hoe je je lessen kan opdelen in kleinere stukjes om het behapbaar te maken voor je leerlingen. Ga na of je instructies voldoende direct, helder en duidelijk zijn en zet in op het actief betrekken van je leerlingen tijdens je lessen. Zet op het groepsniveau in op het creëren van een warm leerklimaat zodat je je leerlingen werkelijk (kunnen) groeien.