Het TPACK model beschrijft de kennis die een leraar nodig heeft om ict te integreren in zijn of haar onderwijs. Bij lesgeven gaat het erom dat een leraar weet wat er moet worden onderwezen (vakinhoud – inhoudelijke kennis) en hoe dit moet worden onderwezen (vakdidactiek – pedagogische kennis). Om ict op een zinvolle manier te gebruiken in het onderwijs, moet een leraar weten hoe de vakinhoud inzichtelijk en begrijpelijk gemaakt kan worden met behulp van ict en welke didactiek het leren van bepaalde onderwerpen met behulp van ict versterkt. Om dit te kunnen hebben we technische kennis nodig.
Uitgangspunt bij het TPACK model is dat het niet voldoende is dat leraren beschikken over afzonderlijke kennis van ict, didactiek en vakinhoud. Het gaat er juist om dat leraren leren begrijpen hoe de drie kennisdomeinen vakinhoud, didactiek en ict met elkaar samenhangen. Het doel om te bereiken is het midden van deze figuur, namelijk het punt waarop zowel pedagogische, inhoudelijke als technische kennis elkaar overlappen zodat we tot een geslaagde integratie van ict en (klassiek) lesgeven komt.
Hieronder een kort YouTube filmje met wat meer uitleg over TPACK, zeker de moeite om even te bekijken!
Laten we even verder duiken in hoe dit zich verhoudt tot concrete lesinhouden en/of opdrachten. Hiervoor dient het SAMR model. Het SAMR-model is een hulpmiddel dat helpt bij het beschrijven van de didactische inzet van onderwijstechnologie.
In het SAMR-model worden vier niveaus beschreven. De eerste twee niveaus (vervanging en meerwaarde) hebben vooral betrekking op het verbeteren van materiaal, de laatste twee (aanpassingen en herdefinitie) vooral op transformatie.
Hieronder staan de verschillende niveaus beschreven met een passend voorbeeld.
Vervanging: Je gebruikt ICT als een vervanging van een leermiddel, zonder dat er sprake is van een functionele verandering. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een tekstverwerker zoals Word of google docs om te kunnen schrijven, in plaats van een klassiek schriftje, bijvoorbeeld bij het schrijven van een opstel.
Meerwaarde: Dit niveau is bijna hetzelfde als het vorige niveau. Het grote verschil tussen deze twee niveaus is dat er nu wel een functionele verbetering is. Een voorbeeld hiervan is het maken van een (zichzelf verbeterende) toets in een online toepassing, zoals google forms.
Aanpassing: Tijdens dit niveau leidt ICT tot een verbetering van het onderwijs, zonder dat sprake is van een radicale verandering. Een voorbeeld hiervan is dat je leerlingen bij aardrijkskunde het antwoord laat vinden door gebruik te maken van Google Earth.
Transformatie: Bij dit niveau is er sprake van een transformatie die met behulp van ICT wordt mogelijk gemaakt en die klassiek niet mogelijk zou zijn. Bijvoorbeeld de juf van Engels die een volledige digitale cursus gemaakt heeft met Google Sites en deze integreert met Bookwidgets en andere edtech. Zonder gebruik van technologie zou dergelijk opzet quasi onmogelijk zijn.
Alles en niets 🙂 Wat een vervelend antwoord, ik weet het. Het belangrijkste hier is dat je deze modellen kent en ze kan gebruiken bij het uitdenken van je (digitale) les. Het SAMR geeft je een houvast en laat je toe in te schatten in welke mate je ICT kan integreren. Het TPACK model biedt je inzicht in hoe kennisdomeinen zich ten opzichte van elkaar verhouden. Beide modellen zijn waardevol om in het achterhoofd te houden bij de stappen die je zet in je digitale lesgeven.
Grijp ernaar terug als je even vast komt te zitten en wees gerust, de eerste stap die iedereen zet is die van vervanging in het SAMR model. Stel je bijvoorbeeld de vraag: “Hoe kan ik ict gebruiken om mijn verbeterwerk wat te verlichten?” Misschien is het wel interessanter en makkelijker om dat dictee of dat opstel digitaal te verbeteren?